Uit de kindermond: Mag ik daar spelen?
Waar ben ik nu beland? Zoveel dingen te zien, even dicht bij papa om te bekomen… Oef, hij kan hier nog even zitten. Nu ben ik wel klaar om op verkenning te gaan. Daar zijn ze precies aan het bouwen met dozen. Dat is me iets te druk, gelukkig blijven ze achter die lage kast. Aan de andere kant van de ruimte zie ik allemaal kussens liggen. Hé, daar brandt hetzelfde nachtlampje als in mijn kamer. Dat ligt wel zalig. Ik mag zelfs in de armen van de kinderbegeleider liggen. Tiens, ik zie daar iets glinsteren op de vloer. Waar zou dat van komen? Zijn het die ronde blinkende schijven? Even kijken. Wat fijn dat ik hier even ongestoord kan onderzoeken. Oh! Ik zie Manou buiten de poppen wassen. Snel naar buiten.
De binnenruimte heeft minstens vier duidelijk afgebakende speelzones met een duidelijke functie (vb: klauterhoek, voelhoek, boekenhoek, spiegelhoek, poppenhoek, puzzelhoek, bouwhoek, snoezelhoek, muziekhoek, artistieke hoek, keukentje, …).
De buitenruimte heeft minstens vier duidelijk afgebakende speelzones (klimhoek, keukentje, zand- en waterhoek, groentetuin, leeshoek, muziekhoek, fietsparcours,…).
Er is zowel binnen als buiten een zone voorzien voor de kinderen die nog niet kunnen lopen of kruipen. Ze kunnen hier ongestoord vrij bewegen, rollen of liggen.
Er is een ruimte/zone voorzien waar de kinderen zich fysiek kunnen uitleven en grote bewegingen kunnen maken zonder de andere kinderen te storen.
Er is een plekje voorzien waar de kinderen tot rust kunnen komen.
De inrichting is op maat en op ooghoogte van de kinderen.
Ik kruip als kinderbegeleider regelmatig rond op mijn knieën om de ruimte vanuit het perspectief van de kinderen te zien.
De ruimte is overzichtelijk en duidelijk voor de kinderen. Ze kunnen makkelijk hun weg vinden en weten wat ze kunnen doen en vinden in iedere hoek. Wanneer er te veel speelgoed ligt, dan ruimen we samen op.
Elk plekje wordt optimaal benut en ingevuld met speelkansen. ‘Wil je op de loopfiets spelen Ann-Sophie? Prima, ga maar in de gang fietsen. Je weet het, niet voorbij de blauwe lijn, want anders kan ik je niet van hieruit zien.’
De ruimte is opgebouwd van ‘rustig’ naar ‘beweeglijk’. De rustige zones bevinden zich bij voorkeur vlakbij de slaapruimtes. Bepaalde hoeken zijn bewust naast elkaar of uit elkaar geplaatst. Dit zorgt ervoor dat de hoeken elkaar niet storen, maar eerder het spel bevorderen.
De looplijnen/routes lopen niet vlak door of langs de speelplekken van de kinderen. De looplijnen zijn de plaatsen waar kinderen veel lopen, bijvoorbeeld de weg naar het toilet, of naar de eettafel, naar buiten, naar de speelhoeken,… Deze worden bepaald door de plaats van je meubilair. Je plaatst dit zo dat het de kinderen niet stoort. ‘Kom, we verschuiven de tafel iets verder van de snoezelhoek, want jullie lopen daar zo enthousiast rond, dat de kinderen er moeilijk tot rust kunnen komen. Vlakbij de autohoek lijkt me dat beter of wat denken jullie?’
De kinderen hebben voldoende ruimte om te spelen en bewegen in en tussen de speelhoeken, zonder elkaar te storen. De grootte van de hoek kan aangepast worden indien nodig, bijvoorbeeld bij veel interesse, zodat er voldoende plaats blijft voor alle kinderen.
Wanneer ik merk dat dat kinderen veel interesse hebben in iets richt ik samen met hen een speelhoek in.
De inrichting van de ruimtes en speelhoeken komt overeen met de pedagogische visie. Wanneer je bijvoorbeeld natuurbeleving belangrijk vindt, dan richt je buiten meer speelhoeken in, heb je binnen een plaats voor regenkledij en kan je de natuur ook binnen vinden.
We hebben diverse lage open opbergkasten verspreid over de speelhoeken. De kinderen kunnen zelfstandig het materiaal nemen. Elke opbergkast biedt de kinderen 2 à 3 keuzemogelijkheden.
De verlichting is aangepast aan de sfeer van elke hoek. Hoe rustiger de hoek, hoe meer er met sfeervol, indirect, gedimd en/of gekleurd licht gewerkt wordt.
Bij het kleurgebruik van de muren en meubilair is rekening gehouden met de leeftijdsgroep. Er zijn een beperkt aantal en zachte kleuren gebruikt.
We beperken de decoratie die we ophangen in de opvang. Ze hangt op kindhoogte, is ingelijst of hangt op één speciale wand voor decoraties.
We brengen bewust de natuur naar binnen bij de inrichting.
We vragen ouders hun mening en ideeën over de inrichting. We vragen hen hoe we de kinderen meer een thuisgevoel kunnen geven en welke voorwerpen voor hen vertrouwd zijn. We hebben hierbij oog voor diversiteit.
Het verplaatsbaar en flexibel meubilair en afbakeningsmateriaal laat kinderen toe er een eigen invulling aan te geven en geeft je de mogelijkheid om extra speelruimte te creëren. ‘Kijk nu, Jef gaat op het verhoogje staan om naar buiten te kijken. Het is net een uitkijkpost.’
In de opvang is een plek voorzien waar de kinderen hun persoonlijke spullen kunnen opbergen zoals een knuffel, een tekening, een speciaal voorwerp of een schat. Ze kunnen deze zelfstandig nemen wanneer ze hier behoefte aan hebben.
0-7 punten
Je opvang is niet zo goed ingericht waardoor de kinderen te weinig speelkansen krijgen en geen rust vinden. Waarschijnlijk heb je nog niet de tijd gehad om hier over na te denken. Een goed ingerichte opvang heeft veel voordelen voor zowel de kinderen als de kinderbegeleiders en hoeft niet veel te kosten. Stel een stappenplan op om je inrichting te verbeteren. Denk goed na wat je eerst wil en kan aanpakken. Lees hieronder zeker de 10 voordelen van een goede inrichting ter inspiratie en neem een kijkje op de website www.ruimtenmaken.nl.
8-16 punten
De inrichting van je opvang is voldoende. Jullie hebben een aantal afgebakende zones en hoeken maar er is zeker nog ruimte voor verbetering. Denk na wat je wil en kan verbeteren en stel een stappenplan op. De kinderen zullen zich veiliger voelen en nog meer, beter en geconcentreerder kunnen spelen.
17-22 punten
Je hebt heel goed nagedacht over de inrichting van je opvang. De kinderen voelen zich hier thuis en veilig. Er is een goede sfeer, de kinderen kunnen verschillende soorten ervaringen opdoen en zelfstandig op ontdekking gaan. Probeer de punten waar je ‘nee’ op antwoordde te verbeteren en je opvang wordt de perfecte speelplek voor de kinderen. De info hieronder kan je nog meer ideeën geven.
10 voordelen van een goede doordachte inrichting met speelzones
1. Je inrichting straalt je visie en waarden uit. Het zegt iets over de manier waarop je kijkt naar kinderen, de begeleidersstijl die je nastreeft en de plaats die je aan ouders en kinderen geeft in de opvang. Door je visie en waarden te vertalen naar je inrichting weten ouders van bij het eerste bezoek waar je opvang voor staat. Door aan ouders te vragen hoe je hun kind een thuisgevoel kan geven, zullen ouders en kinderen zich welkom voelen en dit bevordert natuurlijk een open communicatie en het welbevinden van iedereen.
2. Door elke speelzone af te bakenen (niet af te zetten) en een duidelijke functie te geven, weten de kinderen hoe ze hun weg kunnen vinden en wat er van hen verwacht wordt in een bepaalde speelzone. Dit geeft rust, duidelijkheid en veiligheid. Ook voor jou als kinderbegeleider is het makkelijker om grenzen te stellen omdat duidelijk is wat wel en wat niet kan.
3. Door verschillende speelzones doordacht in te richten en zones af te bakenen, is er meer variatie in de activiteiten maar ook in de manier waarop de kinderen samen spelen of met elkaar omgaan. Door plaats te voorzien voor verschillende soorten spel (rustig, individueel, fantasie, motorisch of groepsspel, ….) leren de kinderen in verschillende situaties met elkaar om te gaan en rekening te houden. Hierdoor groeien hun sociale vaardigheden.
4. Door je ruimte optimaal in te richten stimuleer je de zelfstandigheid van de kinderen. De kinderen weten wat er allemaal is, waar het staat, hoe je het gebruikt en hoe je het neemt en opruimt. Hoe zelfstandiger de kinderen zijn, hoe vlotter de organisatie verloopt en hoe meer ruimte je zelf hebt als kinderbegeleider om andere dingen te doen.
5. Door verschillende speelzones in te richten, kunnen kinderen kiezen met wie, waarmee, met hoeveel en hoe lang ze met iets spelen. Door diverse kleine opbergmeubelen te plaatsen, verspreid over de diverse speelzones, kunnen en moeten de kinderen zelfstandig keuzes maken. Dit versterkt hun gevoel van vrijheid en autonomie.
6. Door in je inrichting gebruik te maken van herkenbare voorwerpen uit de thuiscontext voelt de omgeving voor de kinderen vertrouwd en veilig aan. De ruimte wordt een stukje van hen en is niet meer van iedereen. Ze voelen zich meer ‘thuis’ en krijgen het gevoel ergens bij te horen. Dit is goed voor het ontwikkelen van een positieve identiteit. Door de kinderen te betrekken bij het inrichten van de ruimte of zones voelen ze zich gehoord en gezien, wat bijdraagt tot een gevoel van eigenwaarde. De ruimte zal voor hen meer ‘eigen’ aanvoelen.
7. Door gebruik te maken van flexibel en verplaatsbaar meubilair en afbakeningsmateriaal, stimuleer je de ondernemingsdrang van de kinderen. Kinderen hebben natuurlijk regelmaat, structuur en voorspelbaarheid nodig, maar ook de flexibiliteit om dingen te verplaatsen, weg te zetten of aan te passen en te gebruiken voor andere doeleinden. Ook als kinderbegeleider kan je meer ruimte maken door bijvoorbeeld de tafels weg te zetten of een kast te verplaatsen.
8. Een goed ingerichte ruimte werkt stimulerend en inspirerend op de kinderen en zet hen aan tot exploratie. Er is plaats voor actie maar ook voor rust. Elk kind vindt er uitdaging en kan zijn eigen talenten en interesses ontdekken. Kinderen worden minder gestoord en kunnen zich zo beter concentreren op hun spel. Hierdoor kunnen ze dieper en intenser spelen, leren en ontwikkelen.
9. Door bewuste keuzes te maken in de (zachte) kleuren, verlichting, decoratie, meubilair en (natuurlijke) materialen creëer je een rustige omgeving en vermijd je dat de kinderen overprikkeld raken. Dit draagt bij tot een gevoel van rust voor zowel de kinderen, kinderbegeleidsters en de ouders.
10. Door de natuur binnen te brengen in je opvang en ook buiten speelzones in te richten, wakker je de nieuwsgierigheid van de kinderen aan voor fysieke en natuurfenomenen. Kinderen zijn van nature gefascineerd door licht, kleur, reflectie, geluid en beweging en de wereld van natuurkunde en chemie. Door hen hiermee in contact te brengen, wakker je hun ecologisch bewustzijn aan. Ze begrijpen beter hoe de wereld rondom hen in elkaar zit, voelen zich er mee verbonden en krijgen er meer respect voor.
Meer lezen
Boek: Ruimten maken voor nul tot vier jaar (van Liempd & Hoekstra, Uitgeverij SWP: 2011)
Website met toolbox, voorbeelden, tips: ruimtenmaken.nl
Handleiding voor afstemming van accommodaties in de kinderopvang op de pedagogische visie
Nederlands curriculum Pedagogiek kindercentra: Hoofdstuk 7: Structureren: Indeling en inrichting van binnen- en buitenruimtes