Speeltip
0-3 jaar3-6 jaar
Iedereen leest voor, jij ook?
26 / 10 / 2016
Print      Download PDF

Uit de kindermond: Leesplezier? Kom eens hier!

In boekjes kijken vind ik reuzefijn. Ik kan naar de prenten kijken, eraan voelen, de bladzijden omslaan, nieuwe dingen ontdekken en er ook weleens op kauwen. In onze opvang mogen we ook zelf boekjes nemen uit ons gezellig boekenhoekje. Er zijn veel verschillende boekjes: harde en zachte boeken, knisperboekjes, prentenboeken, liedjesboeken, boeken over de dieren, over auto’s, voelboeken, …  Ik kies natuurlijk altijd mijn lievelingsboek om in te kijken.

Lekker rustig op schoot bij de kinderbegeleider, mama of papa met een boekje erbij. Dat is nu eens echt genieten voor mij! Ikzelf kan nog niet lezen maar dat is ook niet erg. De kinderbegeleider, mama, papa, opa en oma vertellen er leuke dingen bij, stellen vragen en luisteren vooral naar wat ik er zelf bij te vertellen heb. Soms mag ik zelfs zelf de bladzijden omslaan: van voor naar achter, van achter naar voor, of gewoon van ergens in het midden.

In onze opvang beginnen we de dag altijd met een liedjes – of voorleesmoment. Samen met mijn vriendjes luisteren we naar wat de kinderbegeleider te vertellen heeft. We mogen ook vaak zelf het boekje kiezen. Als we dat willen mogen we mee vertellen wat we zien, de dieren nabootsen die op de prenten staan, samen raden wat er achter het deurtje in het boek verstopt zit of het liedje meezingen.

Zorg jij voor leesplezier bij de kinderen van jouw opvang?
Doe de test
Voor elke vraag waar je "ja" op antwoordt, krijg je 1 punt. Tel je punten op en lees hieronder het resultaat.
 
1

Voor mij betekent voorlezen alles wat met boeken te maken heeft: spelen met knisperboekjes, bladeren in kijkboeken, met een kind in een boekje kijken, een prentenboek van a tot z voorlezen, versjes zeggen en liedjes zingen,…

2

Wanneer ik voorlees, moeten de kinderen niet alleen luisteren. Tijdens een voorleesmoment ga ik steeds met hen in interactie en laat ik hen mee het verhaal vertellen. ‘Waar zit Muis nu verstopt? Zit ze tussen de eenden? Of in het gras? Wie ziet Muis? June, kom jij ze tonen?’

3

Boeken horen er gewoon bij. Samen met baby’s en peuters in boekjes kijken en voorlezen staat bij mij op de dagelijkse planning.

4

Ik neem geregeld een baby op schoot om samen in een boekje te kijken. Aan de peuters lees ik voor in kleine groepjes.

5

Ik ken de leesfases die jonge kinderen doorlopen. Dat is handig, want ik kan erop inspelen als we samen in een boek kijken. Peuters ontwikkelen hun fijne motoriek en vinden het dan leuk om bvb. zelf bladzijden om te slaan.

6

Als ik met een kind in een boek kijk, volg ik de reactie van het kind en pas ik de dingen die ik wil vertellen hieraan aan.

7

Boeken en lezen zijn deel van onze hele werking. Ik gebruik ze bijvoorbeeld ook als inspiratie bij knutselactiviteiten en zeg een versje op tijdens de verzorgingsmomenten.

8

Ik heb in mijn groep een leesplekje met een collectie boeken: knisper- en kartonboekjes, prentenboeken, versjesbundels… telkens aangepast aan de leeftijd. De kinderen kunnen zelf (een deel van de) boekjes nemen.

9

Ik heb ook niet-Nederlandstalige boeken en liedjes om uit voor te lezen, bij te vertellen en te zingen.

10

Aan ouders die bij verjaardagen cadeaus willen kopen, vraag ik om een boek te doneren aan onze kinderopvang.

11

Ik nodig (groot)ouders of andere vrijwilligers uit om te komen voorlezen in onze kinderopvang. Ook anderstalige (groot)ouders nodig ik uit om in hun moedertaal te komen voorlezen.

12

Ik leen regelmatig nieuwe boeken voor onze kinderen van de bibliotheek in onze buurt.

13

Ik ga minstens één keer per jaar met een groepje kinderen van onze opvang op bezoek in de plaatselijke bibliotheek.

14

Ik heb een vast, jaarlijks budget ter beschikking voor boeken en activiteiten die met voorlezen te maken hebben.

15

Mijn collega’s en ik hebben een vorming over voorlezen gevolgd.

16

Ikzelf, of één van mijn collega’s, weet alles over boekjes en voorlezen, geeft ons geregeld informatie of tips en houdt contact met de bibliotheek. Hij of zij is onze voorleescoördinator.

17

Ik doe mee aan de Voorleesweek.

18

Ik denk regelmatig na over hoe ik nog meer voorleesmomenten kan inlassen of leuker kan invullen. Ik bespreek dit met mijn collega’s.

Resultaat: punten
Download je resultaat

1-5 punten
koel leesklimaat
Bij jullie staat lezen niet echt op de agenda. Dat is jammer, want ook voor jonge kinderen hebben boeken veel voordelen. Kijk nog eens naar de lijst hierboven. Deze bevat veel gemakkelijk toepasbare tips die je helpen boeken en lezen een plek te geven in je kinderopvang. Hieronder kan je ook 6 praktische tips terugvinden om met voorlezen aan de slag te gaan en kan je meer lezen over de voordelen die boeken hebben op jonge kinderen.

6-11 punten
gematigd leesklimaat
Je vindt lezen en boekjes leuk en merkt dat de kinderen er veel plezier aan beleven. Je weet dat boeken veel voordelen hebben voor kinderen, zelfs voor baby’s. Alleen denk je er in de drukte van alledag niet altijd aan. De puntjes hierboven waar je nee op zei, kunnen je helpen om lezen nog vanzelfsprekender te maken. Hieronder kan je ook nog 6 praktische tips terugvinden om voorlezen nog meer en beter op de agenda te plaatsen.

12-18 punten
warm leesklimaat
Lezen is jullie ding! Je ziet elke dag opnieuw hoeveel plezier de kinderen aan boeken beleven. Je bent overtuigd van de voordelen en je vertaalt ze naar de praktijk. Kijk misschien nog eens goed naar de puntjes waar je nee op zei. Die kunnen je helpen om boeken nóg meer te integreren in de werking van jullie opvang. Hieronder kan je nog 6 praktische tips terugvinden om jouw voorleesbeleid nog beter uit te voeren in de praktijk.

Niets dan voordelen

1. Voorlezen is fijn omwille van het verhaal, de aandacht voor elkaar en het gezellig samenzijn. Door voorgelezen te worden, ontdekken kinderen leesplezier.

2. Voorlezen stimuleert de sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen. Als je samen in boekjes kijkt, kruip je dicht tegen elkaar aan. Dat geeft kinderen een gevoel van veiligheid en rust. Voorleesmomenten inbouwen op vaste momenten geeft structuur aan de dag. Boeken prikkelen de fantasie en nieuwsgierigheid. Kinderen leren nieuwe dingen over de wereld rondom hen, ze leren zich spelenderwijs inleven in de ervaringswereld van anderen en ze denken mee over hoe ze problemen kunnen aanpakken.

3. Voorlezen is belangrijk voor de taalontwikkeling van kinderen. Jonge kinderen zijn voor hun taalontwikkeling afhankelijk van wat ze om zich heen horen. Boeken bieden veel aanleiding om een gesprekje aan te gaan, waardoor de woordenschat van kinderen zienderogen groeit. Een kind uit een praatgraag gezin heeft na vier jaar maar liefst 30 miljoen (!)woorden méér gehoord dan een kind in een zwijgzame omgeving. Aan de hand van boeken leren peuters veel nieuwe woorden, wat hen meer kansen geeft voor een goede start op school.

4. Via voorlezen oefenen kinderen hun luistervaardigheid en concentratievermogen.

5. Vandaag groeien heel veel kinderen op in een meertalige omgeving. Ouders die met hun kinderen de taal spreken die ze het best beheersen, geven hun kinderen een goede basis mee om een nieuwe taal te leren. Moedig ouders daarom aan om ook in hun thuistaal voor te lezen, en nodig hen uit om in onze kinderopvang te komen voorlezen. Voorlezen, vertellen en zingen kan je prima in andere talen doen.

Voorlezen heeft ontzettend veel voordelen. Maar het moet ook vooral leuk zijn. Leuk omwille van het verhaal, omwille van de aandacht en omwille van het gezellig samenzijn.


Durven en doen: 6 tips

Misschien sta je nog wat onwennig te kijken naar de boekjes. Deze tips geven je een duwtje in de rug:

1. Weet wat je leest. Als je de boeken die je in huis hebt goed kent, kan je baby’s en peuters makkelijker betrekken bij het boek.

2. Betrek de kinderen, zij hebben ook ideeën en gevoelens bij het boek. Neem tijd om in te gaan op de reacties. Die kunnen misschien aanleiding geven tot een fijne gesprekje.

3Eén keer gelezen is geen keer gelezen. Jonge kinderen houden van herhaling, want dat betekent herkenning. Zo kunnen ze zich telkens op andere aspecten van het boekje focussen, waardoor ze elke keer iets nieuws leren en zien. Bovendien geeft het hen vertrouwen en voldoening als ze weten wat er gaat gebeuren.

4. Ga niet koste wat het kost door. Lezen moet plezierig blijven. Als de aandacht verslapt of als de kinderen onrustig worden, stop dan gewoon.

5. Altijd en overal. De voordelen van boeken worden nog versterkt als je regelmatig voorleest. Neem voorlezen op in de dagelijkse planning. Maar het is ook spannend om op onverwachte momenten een boek, versje, liedje … ter sprake te brengen.

6. Laat de boekjes open en bloot liggen. Zo kunnen de kinderen ze zien en vastpakken. Stoffen boekjes kan je wassen, en er zijn veel kartonnen boeken die tegen een stootje kunnen. Op die manier gaan ze spontaan een boek vastnemen en doorbladeren. Een rustig leeshoekje, met kussens of een verstopplekje, is helemaal ideaal voor kinderen die (samen met jou) willen lezen.


Aan de slag!

Baby’s en peuters bevinden zich in een andere leesfase en vragen een andere aanpak. Hieronder geven we per leeftijdscategorie informatie en tips om voor te lezen. 

Baby’s

Baby’s begrijpen de woorden nog niet maar ze kunnen wel kijken, luisteren, voelen en genieten. Ze houden van versjes en liedjes.  De klank van jouw stem geeft je baby een gevoel van vertrouwdheid en veiligheid. Veel praten en zingen is in deze periode dus belangrijk.

Vanaf vier maanden beginnen baby’s meer en meer te ontdekken. Ze willen boekjes proeven, voelen, bekijken, beluisteren en ruiken. Knisperboekjes zijn nu ideaal.

Tot zes maanden zijn baby’s gefascineerd door geometrische zwart-witfiguren.

Op ongeveer acht maanden worden baby’s wat handiger, ze kunnen kruipen, klappen, rechtop zitten … Veel baby's kunnen nu goed zelf een boekje vasthouden. Ook doen ze de geluidjes van de voorlezer na en spelen kiekeboe-spelletjes met hun boek. In het eerste levensjaar gaat de ontdekkingstocht verder. Aanwijzen, benoemen en vertellen worden steeds belangrijker.

Peuters

Peuters worden nog handiger en hun fijne motoriek komt tot ontwikkeling. Peuters vinden het leuk om zelf dingen te doen: ze draaien bladzijden om, bootsen geluiden na, wijzen aan, kunnen al dingen onthouden en begrijpen woorden en vragen. Je kan al een kort verhaaltje voorlezen. Kinderen zijn trots als ze na het herlezen precies weten wat er gaat komen, dus zorg voor herhaling en herkenbaarheid. Peuters zijn wispelturig en snel afgeleid. Kies voor verschillende korte voorleesmomentjes. De meeste boeken hoef je ook niet van voor naar achter te lezen.

10 tips om je kinderbegeleiders te laten voorlezen!

Download (PDF)

Met dank aan
Sarah Van Tilburg, Early literacy en Lerarenopleiding, Iedereen Leest
Tine Kuypers, Pers en communicatie, Iedereen Leest

Meer lezen
www.voorleesweek.be
www.groeimee.be/voorlezen
www.ellyvanderlinden.nl
boekenzoeker.org

1
2
3
4
5
6
Deze website gebruikt cookies. Door verder te gaan op de site ga je akkoord met onze cookie policy.